Het IFLA World Library and Information Congress (WLIC) komt deze zomer naar Rotterdam. Daarbij is ook volop aandacht voor duurzaamheid en inclusiviteit. Sander van Kempen en Tirza de Fockert, respectievelijk voorzitter en lid van de desbetreffende werkgroep, vertellen over de ambities op dit gebied.
Duurzaamheid en inclusiviteit: het zijn twee van de grootste modewoorden van deze tijd. Des te belangrijker om er op een zinvolle manier invulling aan te geven, weten ook Sander van Kempen en Tirza de Fockert. Ze nemen namens de KB, de nationale bibliotheek, beiden zitting in de werkgroep Sustainability & Inclusion, die zich met deze onderwerpen bezighoudt in relatie tot het WLIC dat in augustus van dit jaar in Rotterdam plaatsvindt.
Die ‘veelkantigheid’ zorgt ervoor dat ze over een veelheid aan zaken moeten nadenken. Dat begint al bij het kiezen van de congreslocatie, legt Van Kempen uit. ‘Rotterdam Ahoy is bewust gekozen als een accommodatie die voldoet aan onze eisen op het gebied van duurzaamheid. Zo is de locatie volledig gasloos, met dank aan zonnepanelen en warmtekoudeopslag, en is er sprake van duurzaam watergebruik en zo min mogelijk gebruik van plastic.’
Trein pakken
Ook over de reis naar het congres is nagedacht. In plaats van over de hele wereld naar Schiphol of Rotterdam-The Hague Airport te vliegen, hopen Van Kempen en zijn werkgroepleden dat wie de trein kan pakken dat ook zal doen. De organisatie denkt dat te stimuleren door van die reis een betekenisvolle ervaring te maken, door samen te reizen en op die manier al te netwerken. Ook wie vanwege de afstand sowieso moet vliegen, is van harte welkom om het laatste stuk van de reis per trein af te leggen.
Pilot met Caribisch Nederland
Wat betreft inclusiviteit valt er net zo goed nog een wereld te winnen, beseft De Fockert. ‘Congressen als deze zijn vaak het slechtst toegankelijk voor de mensen die het misschien wel het hardst nodig hebben. Juist bibliotheekprofessionals met minder financiële middelen of mogelijkheden tot kennisuitwisseling kunnen hier veel halen én brengen. Daarin kan de hybride vorm, die we sinds de coronaperiode ons meer en meer hebben eigengemaakt, veel betekenen.’
Daarbij moeten we volgens De Fockert niet alleen denken aan online lezingen die over de hele wereld te volgen zijn. ‘Het gaat niet alleen om passief luisteren, maar juist ook om wederzijdse uitwisseling van kennis. Daarom rollen we dit jaar een pilot uit met Caribisch Nederland, waarbij Caribische en Europees-Nederlandse bibliotheken een paar weken lang samen optrekken om kennis uit te wisselen over allerlei onderwerpen. Hun bevindingen presenteren ze uiteraard tijdens het congres.’
Lokale hubs zijn belangrijk
Wanneer de pilot goed bevalt, kunnen in de toekomst ook andere gebieden aan elkaar worden gekoppeld. ‘De digitale mogelijkheden bieden hierin echt een uitkomst’, aldus De Fockert. ‘Een hybride congres vraagt om een andere mindset, maar het levert zo veel op.’
Het plaatst de organisatie ook voor uitdagingen. Denk aan het bepalen van het toegangsgeld voor online deelname, maar ook aan de verschillende tijdzones van waaruit mensen kunnen aanhaken. ‘De regionale commissies van de IFLA (International Federation of Library Associations and Institutions, de partij achter het WLIC, red.) kunnen hierin veel betekenen’, vertelt Van Kempen. ‘Voor hen kunnen we evenementen op een logisch moment voor hun tijdzone plannen. Die lokale hubs zijn ontzettend belangrijk voor de kennisoverdracht. We hopen uit deze gebieden steeds minimaal één afgevaardigde naar het congres te kunnen halen die de opgedane ideeën weer terugbrengt naar de gemeenschap. Zo verspreidt de kennis in de bibliotheeksector zich als een olievlek over de wereld.’
Mensen met een beperking
En wat te denken van mensen met een beperking? ‘Van oudsher wordt bij de organisatie van dit congres vooral rekening gehouden met mensen met een visuele beperking’, weet Van Kempen. ‘Kunnen zij makkelijk door de congreslocatie navigeren? Is de website digitaal toegankelijk? Wanneer bijeenkomsten worden gestreamd, is ondertiteling voor doven en slechthorenden belangrijk, maar we moeten ook rekening houden met een beperking die maakt dat je in een rolstoel zit. In het verleden is het congres wel eens op een locatie georganiseerd waar niet alle ruimtes rolstoeltoegankelijk waren. Dat hopen we zo veel mogelijk te voorkomen.’
Wereldwijd van elkaar leren
Bij een onderwerp als inclusie bestaat het risico dat men denkt dat het om kleine percentages van het totale aantal bezoekers gaat, weet De Fockert. In die valkuil trapt de WLIC-organisatie niet: ‘Inclusiviteit gaat niet alleen over het betrekken van bijvoorbeeld Afrikaanse landen, maar ook over grote delen van Europa. Het WLIC is vaak nog te West-Europees en Amerikaans georiënteerd. Dat moeten we zien te doorbreken. We willen graag een grote diversiteit aan landen en talen vertegenwoordigd zien. Ook moeten we niet denken dat niet-westerse landen vooral komen halen en dat Amerika en Europa komen brengen. Het gaat echt om wederzijdse uitwisseling. We zijn allemaal bibliotheekprofessionals. We kunnen allemaal van elkaar leren.’
Van Kempen ziet het op dagelijkse basis tijdens zijn werk voor de KB, waar hij regelmatig contact heeft met het Caribische deel van het Koninkrijk der Nederlanden. ‘Er zijn grote overeenkomsten tussen de uitdagingen waarmee we worstelen. Op Curaçao is bijvoorbeeld laaggeletterdheid net zo goed een probleem als hier, we pakken het alleen op verschillende manieren aan. We drukken ze ook op het hart om te leren van onze fouten. Ze willen op Curaçao bijvoorbeeld graag stappen zetten in het digitaliseren van de overheid. In zo’n situatie kunnen wij onze Nederlandse ervaringen delen en benadrukken hoe belangrijk het is ook minder digitaal vaardigden daarin mee te nemen.’
Visumproblemen
Ook De Fockert en Van Kempen doen nog steeds nieuwe ervaringen op waar het gaat om duurzaamheid en inclusie. ‘Tijdens de vorige editie van het congres, in Dublin, raakte ik in gesprek met iemand uit Nigeria’, vertelt Van Kempen. ‘Ik leefde in de veronderstelling dat bibliotheekprofessionals uit Afrika minder vaak aanwezig zijn bij het WLIC om financiële redenen. Dat bleek niet het enige probleem: ook het krijgen van een visum is veel lastiger dan in Nederland. Als organisatie kunnen wij zulke barrières deels wegnemen door deelnemers te begeleiden in zo’n proces, bijvoorbeeld door ruim van tevoren de benodigde documentatie aan te leveren.’
Sommige zaken blijken nu, tijdens de voorbereidingen voor het congres, te ingewikkeld om te realiseren. Zo maakte Van Kempen zich hard voor elektrische touringcars om deelnemers aan de library visits rond te brengen, maar dat bleek nog niet mogelijk. ‘Wel rijden de bussen op benzine die zorgen voor minder uitstoot van broeikasgassen. Door te blijven doorvragen bereiken we niet altijd ons einddoel, maar komen we wel verder. En we stippelen alvast wensen uit voor toekomstige edities.’
Geen PowerPoints meer
Gevraagd naar de stand van diversiteit en inclusie op de WLIC-editie van 2050 kunnen de werkgroepleden veel wensen opnoemen. ‘Ik hoop dat onderwerpen als deze tegen die tijd niet meer apart op de agenda hoeven te staan omdat ze zo vanzelfsprekend zijn’, aldus De Fockert. ‘Engels is niet langer de enige voertaal en alle sessies zijn hybride, waardoor we niet meer jaarlijks op reis hoeven om elkaar te treffen. Ook krijgt iedereen een gelijke stem wanneer wordt bepaald waar de volgende editie plaatsvindt en hoe die wordt georganiseerd. Nu zijn die besluitvormingsprocessen nog vrij westers georiënteerd. Ook treffen we op de editie van 2050 geen PowerPoints meer aan: een zendende vorm als een lezing kan funest zijn voor mensen voor wie dit niet een gebruikelijke vorm van kennisoverdracht is. We kiezen alleen nog voor vormen waarbij we geen kennis zenden, maar uitwisselen. En in 2050 treffen we elkaar hopelijk het hele jaar door, lokaal en digitaal. Zo leren we het meest van elkaar.’
Wordt vervolgd
Via deze rubriek houden we je de komende maanden op de hoogte van de voorbereidingen van het WLIC 2023. We laten zien wat er allemaal bij komt kijken, spreken mensen die bij de organisatie betrokken zijn en geven je informatie over praktische en inhoudelijke kanten van het congres.
De voorgaande delen van deze serie lezen? Je vindt ze in het online archief op de IP-website. Klik hieronder voor:
- Deel 1: Wereldwijd werken aan duurzaamheid en inclusiviteit
- Deel 2: Zonder vrijwilligers geen congres
Deze bijdrage komt uit het digitale magazine IP #1-2023. Klik op de onderstaande button om het hele nummer te lezen.