Bedrijven, instellingen en overheden moeten mensen beter voorlichten over hoe zij hun data online gebruiken. Dat vinden de Autoriteit Consument en Markt (ACM), Autoriteit Persoonsgegevens (AP), Autoriteit Financiële Markten (AFM) en het Commissariaat voor de Media (CvdM). Zij starten daarom een onderzoek naar hoe internetgebruikers beter kunnen worden geïnformeerd op een manier die iedereen begrijpt.
Het is een van de eerste acties van het Samenwerkingsplatform Digitale Toezichthouders (SDT), dat ACM, AP, AFM en CvdM eind vorig jaar hebben opgericht.
Bescherming tegen online misleiding of misbruik
De mogelijkheden om mensen online te beïnvloeden nemen snel toe, mede doordat er steeds meer data over hun gedrag kunnen worden verzameld. Ze moeten weten wat er achter de schermen mee gebeurt, vinden de toezichthouders; bedrijven, instellingen en overheden moeten hier duidelijke uitleg over geven, bijvoorbeeld als er een algoritme is gebruikt waardoor alleen bepaalde producten of informatie zichtbaar zijn. Hoe ze dit het beste kunnen doen, gaat het SDT onderzoeken.
Het platform wil meer inzicht krijgen in hoe mensen tijdens internetgebruik zo goed mogelijk zijn te beschermen tegen online misleiding of misbruik van persoonsgegevens. Op basis van dit onderzoek gaan de toezichthouders samen handleidingen opstellen met als doel effectieve online transparantie. Bovendien gaat het SDT de wetgever erop wijzen als er voor bepaalde vormen van schadelijk gedrag nog geen goede regels en toezichtafspraken zijn.
Data- en platformeconomie
Daarnaast gaan de toezichthouders binnen het SDT met elkaar afstemmen hoe zij toezicht gaan houden op nieuwe Europese regels op het gebied van digitalisering. Het gaat bijvoorbeeld om aankomende regels voor het omgaan met grote technologiebedrijven en de data- en platformeconomie (zoals de Digital Services Act, Digital Markets Act, Data Governance Act en Artificial Intelligence Act). Die bevatten elementen waar verschillende toezichthouders op toezien. Binnen het SDT wordt geïnventariseerd waar mogelijk overlap ontstaat of welke onderdelen tussen wal en schip kunnen vallen. Daarna is het mogelijk om gezamenlijk een gecoördineerde bijdrage te leveren aan de Nederlandse standpuntbepaling over (Europese) wet- en regelgeving, aldus het SDT.