Collecties onder de hamer

Door Jos Damen

Elf boekveilingen van ‘enkele bijzondere Nederlandse collecties in de twintigste en vroeg-eenentwintigste eeuw’ komen in elf goed gedocumenteerde verhalen aan bod in Eenmaal, andermaal!. Waarbij het overigens niet alleen om geschreven werk gaat, maar ook over kunst en andere objecten. Jos Damen dook erin en schreef een recensie.

Eenmaal, andermaal! is om drie redenen een fantastisch boek. Ten eerste is het onderwerp interessant voor elke bibliofiel. Het boek omvat elf artikelen en gaat zogenaamd over boekveilingen, maar de interessante verhalen handelen vooral over de wederwaardigheden van elf kunstcollecties en hun intrigerende verzamelaars: tien mannen en een vrouw. Het tweede aantrekkelijke punt van dit boek is de diversiteit. De verhalen bevatten vele uitersten die variëren van intellectuele literatoren (P.N. van Eyck) tot fanatieke Flaminganten (Aernout Borms) en van kindergoedverzamelaars (Mies Caljé) tot Rembrandt-eigenaren (Jan Six). De derde reden waarom dit boek zo fijn is, is zijn vormgeving. Meer daarover later.

Mensing en Da Vinci

Eerst naar de inhoud. Het boek bevat artikelen over boekveilingen in Nederland en elders tussen 1925 en 2010. De artikelen zijn verschillend van opzet, en niet allemaal even sterk. Het artikel over de veiling van de boekerij van ‘expert-bibliofiel’ Anton Mensing (1866-1936), directeur van het Amsterdamse veilinghuis Frederik Muller & Co, steekt met kop en schouders boven de rest uit. Het stuk is van de hand van een van samenstellers van het boek, Truusje Goedings, en is meer dan honderd pagina’s lang, maar verveelt geen moment.

Het artikel begint al heerlijk met een kenschets van de econoom Keynes, die op 15 december 1936 een eerste druk van Boethius (1476) uit de nalatenschap van Mensing koopt bij Sotheby’s in Londen. Hij betaalt er 55 pond voor (wat nu ongeveer 6000 euro zou zijn). Mensing is dan net een halfjaar dood. Het boek van Boethius ligt overigens tegenwoordig in de King’s College Library in Cambridge.

Goedings schetst prachtig hoe Mensing, zoon van een boekbinder, opgroeit in Amsterdam en met alleen lagere school zichzelf opwerkt tot een uitstekende antiquaar en directeur van Frederik Muller & Co. Hij organiseert spectaculaire veilingen die ook veel vermogende buitenlanders naar het Nederlandse veilinghuis trekken. Na zijn dood wordt Mensings collectie geveild bij Sotheby’s, en ook daarover worden we nauwgezet ingelicht. Bevatte de Codex Huygens (nu in The Morgan Library) wel of niet tekeningen van Leonardo da Vinci?

Six en Rembrandt

Als verhaal zeer fascinerend is het artikel van Peter Pruimers over de steenrijke Jan Willem Six van Vromade (1872-1936). Deze telg uit het roemruchte geslacht Six staat bekend als een groot verzamelaar, maar is in feite vooral een groot verkoper van wat zijn oma en andere voorgangers in de eeuwen daarvoor hebben verzameld. Hij studeert in Delft, verkoopt de buitenplaats Hilverbeek en gaat wonen in Parijs. Vanaf 1920 verkoopt hij kunst uit familiebezit: twee Rembrandts, een Jan Steen, een Van Ostade en een Flinck. Een van de veilingen, met vijftig schilderijen, levert 2 miljoen gulden op.

Daarna is de bibliotheek aan de beurt: drie veilingen bij Van Stockum in Den Haag (1925, 1926 en 1930). Ten slotte is er in 1932 nog een veiling bij Mensing. (Een latere voorgenomen veiling in 1936 gaat niet door: Six overlijdt in Parijs in maart 1936, en Mensing in juni van dat jaar.) Pruimers schetst de verkoop van de topstukken: middeleeuwsehandschriften, een Delftse Bijbel uit 1477, een papegaaienboek (oplage: twaalf exemplaren), een antikatholiek erotisch werkje en een atlas van Blaeu in elf delen. Het is allemaal echt gebeurd, maar het lijkt een sprookje. 

Muziekerfgoed verkwanseld

Elke veiling en collectie in Eenmaal, andermaal! is fascinerend genoeg om op deze manier te worden samengevat, maar een paar collecties en hun verzamelaars verdienen het om extra te worden uitgelicht. Zoals de fameuze bankier D.F. Scheurleer met zijn fantastische collectie muziekinstrumenten, handschriften en partituren die hij zelfs in een eigen museum onderbrengt. Scheurleer heeft visie, geld en smaak. Leefde hij nog maar, want ons muziekerfgoed hoeft weinig van de overheid te verwachten en Nederland heeft een serieus muziekmuseum nodig. J.F. Heijbroek schrijft in het boek ingetogen over de vier veilingen van Scheurleers collectie in 1927.

Zaagmolens, walvissen en zeehonden 

De sluis aan de Lagedijk, de verbinding tussen de Zaan en het Guisveld, wordt in 1996 omgedoopt tot Gerrit Jan Honigsluis. Die naam is uiteraard bedoeld om Zaankanter Gerrit Jan Honig (1864-1955) te eren. Honig laat bij zijn overlijden een prachtige collectie boeken, kaarten en realia na, die in 1969, veertien jaar na zijn overlijden, bij Beijers in Utrecht wordt geveild. Jan Werner, oud-conservator van de Universiteit van Amsterdam (UvA), belicht Honigs leven, zijn verzamelwoede en de wederwaardigheden van de collectie aan de hand van twintig stukken, met onder meer atlassen en werken over zaagmolens, walvissen en zeehonden.

De collectie-Honig, met uiteraard veel Zaanlandica, valt door de veiling uiteen en raakt verspreid over diverse bibliotheken, archieven en kaart- en prentliefhebbers. Gelukkig koopt de Zaanlandsche Oudheidkamer 42 stukken. Het Gemeentearchief Zaanstad heeft het familiearchief en diverse prenten, papiermonsters en foto’s in beheer, en zorgt voor digitale ontsluiting.

Eschauzier en Poeh

De meest recente veiling die in Eenmaal, andermaal! besproken wordt, is die van de collectie van de Nederlandse schilder en graficus Hans Eschauzier (1926-2008). Zijn collectie boeken, bijna zevenduizend in getal, wordt in 2011 bij Van Stockum geveild. Tussen die boeken zit ook een gesigneerde eerste druk van The Hums of Pooh (1929) van A.A. Milne, bedenker van Winnie de Poeh. In totaal brengt de veiling 135.500 euro op. Begin 2012 worden bij Veilinghuis Mak in Dordrecht meer dan dertig historische scheepsmodellen uit Eschauziers collectie geveild, waaronder een meter lang model van De Groene Draeck. De opbrengst komt gedeeltelijk ten goede aan het Nationaal Baggermuseum in Sliedrecht. 

Vormgeving

Eenmaal, andermaal! is prachtig vormgegeven. Het boek ziet er ook robuust uit. Het omslag maakt weinig indruk, maar het schutblad, ontworpen door Hansje van Halem, heeft brille. De gebruikte letter (Dutch Mediaeval) is stijlvol en past bij de inhoud. De bladspiegel is mooi, al hadden er in plaats van 32 ook wel 40 regels op een pagina gepast. Met 480 pagina’s prima inhoud is 40 euro welbeschouwd een koopje, zeker voor liefhebbers van kwaliteitsboeken over cultureel erfgoed.


Eenmaal, andermaal!
Boekveilingen van enkele bijzondere Nederlandse collecties in de twintigste en vroeg-eenentwintigste eeuw | Peter Pruimers, J.F. Heijbroek e.v.a. | Uitgeverij de Buitenkant | hardcover 9789083052151 | € 40 | 480 pagina’s


Jos Damen is hoofd bibliotheek & ICT van het Afrika-Studiecentrum van de Universiteit Leiden.

Deze bijdrage komt uit het digitale magazine IP #1/2022. Klik op de onderstaande button om het hele nummer te lezen.