Door: Edwin Mijnsbergen
Dat de invloed van het Engels op het Nederlands groot is weten we allemaal. Het genootschap Onze Taal wijdt online een compleet dossier aan dat onderwerp. Verzet door taalpuristen, tegen weer een nieuw leenwoord, is meestal zinloos. Als een woord eenmaal geaccepteerd is, verdwijnt het gewoon niet meer zo snel. Het is dan niet meer geleend, maar overgenomen.
Bingewatchen (het in een korte periode excessief kijken van series en films) is ook zo’n woord. Nieuw is dat begrip allerminst, maar toen ik onlangs voor een artikel nadacht over een goed synoniem voor dat woord liep ik toch een beetje vast.
‘Marathonkijken’, een suggestie van de Belgische oud-collega Rosemie Callewaert, kwam nog het dichtst in de buurt, maar toen ik de twee woorden vergeleek op gebruiksfrequentie in Google en in de Krantenbank van LexisNexis kwam bingewatchen als overduidelijke winnaar uit de bus.
Hoe dat komt is moeilijk te zeggen. Het woord werd in 2015 door woordenboekenuitgeverij Collins uitgeroepen tot het Engelse woord van het jaar. Netflix, door veel mensen gebruikt voor bingewatching, is enorm populair. Maar met onze woordkeuze heeft dat toch niet veel van doen, zou je denken.
Je neemt woorden over als je ze vaak tegenkomt, en je denkt dat ze je helpen bij het duidelijk communiceren met andere mensen. Voor bingewatchen geldt dat echter nog niet per se. Ik probeerde het even uit bij een vriendin. Van bingewatchen had ze nog nooit gehoord, maar bij marathonkijken kon ze zich meteen iets voorstellen. Opmerkelijk!
Behalve bingewatchen kun je ook bingegamen en -drinken. Jaren terug hoorde je dat laatste woord al regelmatig als het in de media ging over mensen die alleen in de weekend excessief drinken. Toen hoorde je als synoniem nog wel eens ‘piekdrinken’, maar als je googlet op ‘piekkijken’ krijg je geen noemenswaardige zoekresultaten.
Edwin Mijnsbergen, redacteur van IP en freelance informatiespecialist.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 8 / 2016. Het gehele nummer kun je hier lezen.