Censuur, monopolies en dataschandalen – het web is in gevaar, vindt zijn bedenker Tim Berners-Lee. Gebruikers moeten het heft in handen nemen. Met een revolutionair initiatief: Solid.
Door: Sjors de Valk
Feest! Het wereldwijde web bestaat dertig jaar. In 1989 publiceerde de Engelse informaticus Tim Berners-Lee een voorstel met de grondslagen van het web. Sindsdien heeft het web een hoge vlucht genomen. Wat heet: een spectaculaire vlucht, van de primitieve websites uit de jaren negentig, toegankelijk voor een selecte groep enthousiastelingen, naar de professionele webapplicaties van nu, in gebruik voor allerhande toepassingen op gebieden als onderwijs, handel of vermaak. Inmiddels heeft de helft van de wereldbevolking toegang tot internet. Bijna vier miljard mensen kunnen hierdoor online communiceren en informatie delen, gebaseerd op ideeën van dertig jaar terug. Dat is met recht een feest waard.
Problemen
Toch is het niet enkel koek en ei. Verre van. Het web wordt geconfronteerd met grote problemen. Het was bedoeld als een open omgeving voor creativiteit, innovatie en vrije meningsuiting, maar censurering en verspreiding van desinformatie – ook door overheden – zorgen ervoor dat webgebruikers beperkte of onjuiste informatie zien.
Tegelijk wordt het web gedomineerd door applicaties van een handvol Big Tech-bedrijven met bekende namen als Amazon, Facebook en Google. Gebruikers nemen hier veelvuldig diensten af, meestal gratis. In ruil daarvoor krijgen de applicaties controle over hun gegevens – profielen, foto’s, locaties, contacten. De verdienmodellen van de bedrijven zijn erop gestoeld: ze benutten de data om gepersonaliseerde advertenties te tonen of om te delen met andere partijen voor verder gebruik. Een berucht voorbeeld is Cambridge Analytica, dat gegevens van Facebookers gebruikte om de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 te beïnvloeden.
Dergelijke ontwikkelingen zijn zorgwekkend. Het web, zo signaleert Berners-Lee zelfs, is gekaapt door crooks en trolls en moet gered worden. Maar hoe dan?
Nieuw initiatief
Misschien wel met een nieuw initiatief waar Berners-Lee aan werkt: Solid, social linked data. De ambities zijn enorm: Solid wil een platform zijn waarmee webgebruikers eigenaar worden van hun gegevens. De gegevens worden alleen toegankelijk voor anderen na expliciete toestemming. Deze benadering, stelt Berners-Lee, ‘unleashes incredible opportunities’. Hoe werkt het?
Gegevens
Solid maakt een scheiding tussen gegevens en applicaties. Gegevens horen bij gebruikers. Met andere woorden: je profiel is van jou. Je foto’s zijn van jou. Maar ook je tweets, comments en likes. Kortom, alle gegevens die je online vervaardigt, op welke manier en via welk kanaal ook, zijn van jou – nooit van een ander, dus ook niet van een Facebook of een Google. Je gegevens bewaar je in je eigen, beveiligde database. Solid noemt dit een pod, een personal online data store. Een pod neem je af bij een aanbieder van je keuze, enigszins vergelijkbaar met hoe je nu opslagruimte hebt bij bijvoorbeeld Dropbox. Maar voor maximale controle kun je je pod ook zelf hosten.
Applicaties
Dan zijn er applicaties. Dit zijn alle toepassingen, zoals websites of apps, die iets met jouw gegevens willen. Stel, je hebt een account bij LinkedIn. LinkedIn wil je gegevens, zoals je naam en werkgever, tonen aan andere gebruikers. Als je dit goed vindt, haalt de applicatie de gegevens uit je pod. Daarnaast maak je op LinkedIn nieuwe gegevens. Je geeft bijvoorbeeld aan wat je opleidingen en eerdere werkgevers zijn. De applicatie bewaart deze gegevens echter niet zelf – het slaat ze op in je pod. Het zijn immers jouw gegevens.
Stel nu dat je eveneens een account hebt bij Twitter. Ook Twitter wil je gegevens tonen aan andere gebruikers. Na je goedkeuring haalt Twitter deze gegevens uit je pod, zelfs al zijn ze oorspronkelijk gemaakt via LinkedIn. Applicaties delen dus dezelfde informatiebron.
Voordeel: je hoeft je gegevens niet bij meerdere applicaties (opnieuw) in te voeren en te onderhouden, zoals nu het geval is. Bovendien maakt dat het mogelijk om van applicatie te wisselen. Uitgekeken op Twitter? Je kunt overstappen naar een concurrent. Ook die applicatie gebruikt jouw pod, waardoor je eerdere tweets – gemaakt via Twitter – daar weer zichtbaar worden.
De toestemming die je aan applicaties geeft bepaalt wat ze met je gegevens mogen doen. Zoals raadplegen of bijwerken. Maar je kunt ook aangeven dat je data gebruikt mogen worden voor andere doeleinden, zoals analyse. LinkedIn, bijvoorbeeld, kan je dan attenderen op vacatures van andere werkgevers, toegespitst op jouw situatie. Ook hiervoor geldt: alleen met jouw akkoord; een akkoord dat je weer kunt intrekken.
Wat betekent deze benadering nu voor je gebruikerservaring? Verandert dit door Solid? In principe niet. Natuurlijk, je hebt een pod nodig en je moet applicaties nadrukkelijk toestemming geven. Maar verder zou je ervaring hetzelfde moeten blijven. Je gebruikt het web nog steeds zoals je gewend bent en kunt zoveel tweeten, commenten en liken als je wilt. Solid doet zijn werk goeddeels op de achtergrond, onzichtbaar.
Uitdagingen
Solid heet een nieuw platform te zijn. Maar het is veel meer. Het is een grondige herziening van de manier waarop wij nu met onze gegevens omgaan. Revolutionair, volgens Berners-Lee. Dat brengt allerlei uitdagingen met zich mee.
Zo moeten applicaties gaan nadenken over andere verdienmodellen. Waar ze hun inkomsten nu halen uit de data van hun gebruikers, daar hebben ze die door Solid niet meer in handen. Wellicht moeten ze abonnementsgeld gaan vragen. Dat raakt gebruikers. Zijn zij bereid om te betalen als ze daarmee controle houden over hun gegevens? Anders gezegd: hoeveel is privacy waard?
Dat ligt ook aan de kwaliteit van de applicaties. Betalende gebruikers willen waar voor hun geld krijgen. Dat kan een gezonde concurrentie tussen applicaties teweegbrengen. Maar dan moeten er wel aanbieders zijn die in Solid geloven. Er zijn killer apps nodig om gebruikers te verleiden tot het omarmen van dit nieuwe soort. Een Solid-versie van Instagram of YouTube?
Een voorwaarde daarvoor is dat de technologie achter Solid uitstekend functioneert, op grote schaal, wereldwijd. Het gebruik van pods is weliswaar vooruitstrevend, maar betekent dat applicaties talloze databases van talloze gebruikers moeten aanspreken – en dat realtime. Werkt dit snel genoeg? Daarbij gaan applicaties de gegevens in pods delen. Dat vereist standaardisatie, zoals afspraken over de structuur en betekenis van data.
Toekomst
Solid staat nog in de kinderschoenen. Ontwikkelaars zijn specificaties en de eerste applicaties aan het maken, maar die zijn nog niet bruikbaar voor het grote publiek. Heeft het platform kans van slagen? Dat zal niet eenvoudig zijn, zo geeft ook Berners-Lee aan. Toch weet hij inmiddels dat er in dertig jaar veel kan veranderen.
Het gedecentraliseerde web
Solid is onderdeel van een grotere beweging: de decentralisatie van het web. Het web is oorspronkelijk bedacht als een platform zonder centrum, waar iedereen informatie kan lezen en plaatsen zonder afhankelijkheid van wie dan ook. Gaandeweg is het web steeds centraler geworden, waar grote partijen voorschrijven wat wel en niet toegestaan is.
Intussen zijn er verschillende initiatieven gestart die terugkeren naar de beginselen van het web. Ze geven gebruikers (weer) controle, bijvoorbeeld om zelf te bepalen wat er met hun data gebeurt. Zo kun je Mastodon gebruiken als sociaal netwerk, Graphite Docs voor het maken van documenten en PeerTube voor het delen van video’s. Berners-Lee noemt deze beweging ook wel re-decentralising the web.
Sjors de Valk is redacteur van IP en zelfstandig informatiespecialist op het gebied van erfgoed en IT