Hoe twee jongedames een bibliotheek begonnen in een Jamin-winkel
Begin april brengt Mark Deckers zijn boek Alles behouden; Oorlogsdagboeken van de Bibliotheek Deventer uit. Als voorpublicatie een selectie van dagboekfragmenten, bijgehouden door twee bibliotheekassistenten-in-opleiding.
Door: Mark Deckers
Daar staan ze: het personeel van de Openbare Leeszaal en Bibliotheek in Deventer. Het is april 1945 en de oorlog is voorbij. Allen hebben ze bange maanden achter de rug. Bombardementen, beschietingen en een tekort aan bijna alles. Maar nu schijnt het voorjaarszonnetje en de vlag hangt uit. Het puin van de oorlog ligt nog voor de deur.
Wie verder kijkt naar de foto ziet dat er geen glas meer in de ramen zit. Alleen nog houten vensters. Er zitten kogelgaten in de muur. En er staat een schoolbord achter het personeel. Met een vergrootglas kun je net lezen wat erop staat: ‘Verboden boeken werden niet ingeleverd. Alles behouden!’ De boeken, die de bezetter uit de collectie wilde hebben en vernietigd moesten worden, had men stiekem bewaard. Het was de kleine verzetsdaad van de leeszaal.
Het is een foto van de bibliotheek op de Brink. Een gehavende bibliotheek die tijdens het bombardement van 6 februari 1945 zo zwaar beschadigd raakte dat deze niet meer gebruikt kon worden. Men besloot daarom drie noodfilialen te openen. Deze filialen zijn in gebruik geweest van 23 februari tot 14 april 1945. Een ervan was gevestigd in de oude Jaminwinkel in de Lange Bisschopsstraat. Over die vestiging is een dagboek bewaard gebleven waarin het wel en wee van de bibliotheek werd beschreven.
Het dagboek is bijgehouden door Corrie van Ommen en Betty de Gaaij, twee twintigjarige bibliotheekassistenten-in-opleiding. De grote geschiedenis van de oorlog en de kleine geschiedenis van de jongedames lopen door elkaar. Ik zocht contact met nabestaanden van deze jongedames en kwam er zo achter dat een van de twee schrijfsters later directeur werd van een van de rechtsvoorgangers van Rijnbrink, mijn huidige werkgever.
Het binnenkort te verschijnen boek Alles behouden bestaat voor een belangrijk deel uit dit dagboek van Filiaal Jamin. Het is aangevuld met andere niet eerder gepubliceerde dagboekfragmenten over het bibliotheekwerk in de oorlog en over de bevrijding van Oost-Nederland.
Een kleine selectie van dagboekfragmenten, opgetekend door de bibliotheekassistenten-in-opleiding, staat hieronder. De taal en spellingswijze zijn overgenomen van het originele dagboek. Het kan dus zijn dat u af en toe wat ouderwetse woorden tegenkomt.
23 februari 1945
Vanmorgen half tien opening van het leeszaalfiliaal in de winkel van Jamin.
Het eerste half uur vol verwachting, doch weinig leden. In de loop van de dag nam de kou van onze voeten toe met het aantal bezoekers die de hele dag zo’n beetje door bleven druppelen. Drie jongens kwamen vragen om een kaart van Nederland. Ze vertelden dat ze drie van de 1.200 jongens waren, die in Bloemendaal bij razzia’s waren opgepakt, vervoerd waren per weermachttrein, in de buurt van Deventer uit de trein waren gesprongen en nu te voet de reis naar huis wilden aanvaarden na raadpleging van een kaart.
We zijn verrast door de royaliteit van onze leden wat blijkt uit de spontane giften die in de geldbus terecht komen. Hierbij verdient mej. Groenenberg een eervolle vermelding, daar ze een riks in de gleuf liet glijden!
We hebben een uitlening van 52 romans en 2 studieboeken.
24 februari 1945
Het aantal leden is niet evenredig met onze verwachtingen die we voor een Zaterdag, na een sluiting van 2½ week, te hoog gesteld hadden. Oorzaak hiervan was o.a. de helderheid. [Bij helder weer was er meer kans op bombardementen door de geallieerden, men ging er dus het liefst op uit als het bewolkt was.]
’s Morgens waren we druk in touw en op een gegeven ogenblik bevonden zich zelfs 10 mensen in het filiaal. Het treft wel ongelukkig dat onze talrijke familieleden en kennissen die eens komen kijken ‘hoe we daar nu zitten’ juist altijd een stil moment treffen en daarom het hunne ervan denken!
Twee omvangrijke dames namen de ruimte voor één der kasten geheel in beslag, zodat een heer geen gelegenheid kreeg om te zoeken en zich dus zolang achter de dames schaarde, waarna we ons afvroegen hoe dat met grote drukte moet gaan en visioenen kregen van files mensen voor de kasten. We proberen een origineel, ad-rem gezegde te bedenken in antwoord op de vragen van bijzonder grappige menschen naar koekjes of bonbons. Tot op heden is het ons nog niet gelukt een passend antwoord te verzinnen.
’s Middags hebben we met hulp van de directrice op onze lauweren gerust, geteld hoe vaak bepaalde personen voorbij slenterden en in spanning gezeten of een ‘juffrouw’, die haar standplaats aan de overkant van de straat had, aan de haak werd geslagen door een op jacht zijnde, of avontuurlijke ‘jongeman’.
De hele dag door gepofte roggekorrels gegeten, waar we elk een keer bijna in stikten.
Tot slot van de middag kregen we luchtalarm, waarop we met uitleenregisters, ledenkaarten en geldbus onder de arm en voorafgegaan door de directrice naar de kelder gingen. De familie Jamin, laat ik de familie boven zo noemen, was reeds ter plaatse en toont ons als bezienswaardigheid het gat in de meer dan een meter dikke muur, waardoor je via andere kelders tot aan de Broederenstraat kunt lopen.
De oogst van deze dag was een uitlening van 75 boeken.
28 februari 1945
Vandaag veel leden van over de IJsel [de IJssel werd in het verleden steevast met één s gespeld], in verband met de verordening tot sluiting van de brug, die morgen van kracht wordt. Volgens de krant loopt het echter niet zo’n vaart en zullen aan de bewoners van de Worp [de wijk van Deventer die aan de andere kant van de IJssel ligt] Ausweisen verstrekt worden.
We hebben ongeveer 50 studieboeken in onzen boekerij opgenomen, zodat het geheel nu een beetje meer op een bibliotheek, zij het dan ook miniatuur-bibliotheek, begint te lijken.
1 maart 1945
De dag is kalm verlopen op een kleine woordenstrijd met vriend Bosman na. Laatstgenoemde beweerde n.l. geen boek meer thuis te hebben, hoewel dit volgens ons wel het geval was. Betty probeerde hem dit waardig aan het verstand te brengen, doch daarop begon heer Bosman te razen, kletste met het boek op de toonbank en openbaarde ons onder bedekte termen dat we leugenaars waren.
Helaas verloren we toen onze, aan het vak verplicht zijnde, zelfbeheersing en kregen een lachbui die 3 minuten aanhield. Ondertussen probeerde Betty Bosman er van te overtuigen, dat we hém heus niet uitlachten. Hoewel we hem aan z’n eeuwige ‘roman waarbij een vrouw in het spel is’ hebben geholpen, geloof ik toch dat we voorlopig bij Bosman afgedaan hebben.
Het was jammer dat de directrice het grappige van bovenstaande situatie niet in kon zien en dus niet met onze vrolijkheid instemde.
15 maart 1945
’s Middags alleen uitgeleend. Eerste helft niet erg druk. Het was prachtig weer en daar de temp. binnen kouder was dan buiten, heb ik de beide deuren open gezet waardoor mijn op komst zijnde verkoudheid tot uitbreking kwam. Om 4 uur kwam mej. Timmenga gelukkig de lijsten en puzzles halen, wat me een retour naar de Erasmusstr. 8 bespaarde.
Kwart na vier rammelde een jongen van een jaar of 17 aan de, reeds op slot zijnde deur. Ik maakte hem duidelijk dat het filiaal om 4 uur sloot, waarna hij begon te vloeken en zijn boeken door de Lange Bisschopstr. smeet.
Toen, in arren moede, rende ik van achter de toonbank op hem toe en gaf hem een draai om de oren. Hij werd er beduusd van, grabbelde de boeken weer bij elkaar, smeet ze in z’n bakfiets en racede scheldend weg. Dat was dat.
5 Minuten later deed een juffrouw een poging om binnen te dringen. Op mijn kalme en waardige uitleg reageerde ze vreemd, n.l. door te roepen dat ik haar niet meer op het filiaal zou zien. Mij een zorg, we hebben haar niet nodig. Juffr. Timmenga dacht er echter anders over en heeft gedurende drie kwartier aan de deur getracht me tot andere gedachten te brengen en een beetje mensenkennis op me over te brengen.
‘k Zal trachten in het vervolg me in de plaats van het publiek te stellen en plooibaar en vriendelijk te zijn, hoewel beminnelijker dan vanmiddag tegen de te keer gaande juffrouw, kan m.i. niet!
21 maart 1945
’s Morgens van half 10 – half 2 luchtalarm, zodat Bettie het gemakkelijk had.
Gedurende de middaguitlening voor 5e en 6e keer die dag luchtalarm. Bij de 5e keer had ik geen gelegenheid om naar huis te rennen, daar een juffrouw die na een half uur gezocht te hebben, het maar niet eens wou worden met mijn keuze van realistische roman. Er vluchtten heel wat mensen ondertussen binnen die alle mogelijke stoelen en bankjes in beslag namen en heftige gesprekken voerden; ’k geloof dat ze het bar gezellig vonden.
Gedurende het 6e luchtalarm dat 3 kwartier aanhield was juffrouw Voorhorst binnen, die me in 45 minuten volledig op de hoogte heeft gebracht van al haar familiegeheimen en -schandaaltjes.
’k Vond het een reuze training voor mijn niet heel sterke leeszaalconversatie en toonde daarom veel interesse, waardoor juffr. Voorhorst steeds vertrouwelijker werd en me verklapte welke ‘juffrouwen van de leeszaal’ ze aardig vond en welke niet, iets dat ik hier uit discretie maar niet vermeld.
’k Heb haar toen ‘Jerome’s liefde op 60 ° N.B’ maar in de handen gestopt, waarna ze even haar mond hield, wat meneer Jamin te baat nam om me een ingewikkelde rebus voor te leggen, waar ik eerlijk gezegd niets van snapte; gelukkig kwam de verlossing van de rebus en juffr. Voorhorst in de vorm van het veiligsignaal.
33 boeken uitgeleend!
30 maart 1945
Vanmorgen om 9.15 al een Duitser die Postkarten wilde hebben. Toen ik zei dat ik die niet verkaufte, knikte hij beleefd en mompelde iets van ‘Heute Fest’ (Goede Vrijdag!). Cor is ’m weer gepiept met de belofte, bij luchtalarm haar helden weer tot m’n beschikking te stellen.
’t Is nog niet erg druk, zodat ik nog wat schrijven kan. Net een juffrouw gehad, die een psychologische roman wilde hebben, een beetje opgewekt, met liefde enzo. Tot m’n spijt wist ik geen psychologische, opgewekte roman met liefde enzo.
Een man bracht een boek terug, dat had hij meegenomen, voor hier iemand was. Hij had het er toen maar vast weer tussen gezet. Zo’n stiekemerd!
31 maart 1945
Vanmorgen heeft Siets dienst gehad en was het plan dat Jenny en ik ’s middags zouden uitlenen. Vanwege de sporadisch verschijnende zon, voelde Jenny zich al niet erg op haar gemak, totdat om ± kwart voor drie alle menschen als gekken door de L. Bisschopstraat holden en het gerucht ging dat iedereen om 3 uur van de straat moest zijn. Jenny en ik werden al onrustig, tot A.T. aan kwam racen bijna zonder adem en het gerucht bevestigde. Dus gingen we snel naar huis, evenwel met (ik althans) lood in de schoenen, doch hoop in het hart!
Tot 5 april vacantie gehad vanwege de vermeende, op komst zijnde Tommies, die zich echter tot op heden (5 april) helaas nog niet hebben laten zien.
Vanmorgen zijn Bettie en ik, gehoor gevende aan een telefonische oproep, het filiaal weer gaan openen.
10 april 1945
’s Morgens om ± 9 uur ging een gedeelte van de nieuwe brug de lucht in, waardoor o.a. de grote spiegelruit van ons filiaal in splinters sprong. Dat was het begin van een emotievolle dag. Ik ging een kijkje in het filiaal nemen, waar de familie Jamin na een panische schrik, gevolgd door een stadium van hysterisch heen en weer gedraaf en gegil, de glaschaos al aan het opruimen was. Het enige wat ik kon doen was alle boeken achter de toonbank opstapelen en toe te dekken met het ex-leeszaal-gordijn. Toen maakte ik dat ik naar huis kwam, want de stad leek net een heksenketel door het mitrailleur-, artillerie- en granaatvuur. Meneer Jamin gaf me een hand en wenste me sterkte!
De twee hieropvolgende dagen hebben we het filiaal blauw-blauw gelaten en al onze aandacht besteed aan het jubelen en feestvieren in bevrijd Deventer.
Mark Deckers, Alles behouden: Oorlogsdagboeken van de Bibliotheek Deventer. Zutphen: Walburg Pers, 2019. ISBN 9789462493742 , € 12,50
Mark Deckers is strategisch adviseur bij Rijnbrink
Deze bijdrage komt uit IP nr. 3 / 2019. Het gehele nummer kun je hier lezen.